Perspectief tekenen

Basisbegrippen

1punts

1.Introductie lineair perspectief

Bij het perspectieftekenen komen altijd drie belangrijke elementen van pas.
De horizon, het vluchtpunt (vanishing point), en de vluchtlijnen (convergence lines).

1. De horizon

De horizon is altijd op ooghoogte te vinden.
Zie jezelf op het strand en kijk voor je naar de zee. Op een bepaald moment raakt de zee de lucht. Dit is de horizon. Lig je neer als je kijkt of vlieg je in een luchtballon, de horizon blijft altijd op dezelfde plaats, nl op de hoogte van je ogen liggen.

Dus, de horizon blijft op ooghoogte liggen ongeacht de richting waarnaar je kijkt.

2. Het vluchtpunt

Dit is het punt waarnaar alle lijnen lopen die parallel liggen met de richting waarnaar de kijker kijkt.
Denk dat je op een recht stuk weg staat. De randen van de weg lijken onder een bepaalde hoek naar boven te lopen, en komen samen in een vluchtpunt die op de horizon ligt. De verlichtingspalen lijken onder een bepaalde hoek naar beneden te lopen en eindigen eveneens in het vluchtpunt.

In een éénpuntsperspectief blijven alle horizontale lijnen horizontaal. Het zijn alleen de lijnen die van de kijker weg, of naar de kijker toe lopen die naar of van het vluchtpunt weg lopen. De vlakken die je wil tekenen moeten loodrecht of evenwijdig topz van de kijkrichting staan.

3. De vluchtlijnen of convergerende lijnen.

Dit zijn de lijnen die convergeren naar het vluchtpunt toe. Deze vormen de rand van het voorwerp dat in perspectief getekend moet worden.

  1. basisbegrippen
  2. grids
  3. éénpuntsperspectief exterieur
  4. éénpuntsperspectief interieur
  5. tweepuntsperspectief exterieur
  6. tweepuntsperspectief interieur
  7. driepuntsperspectief
  8. schaduwwerking
  9. schuine oppervlaktes
  10. objecten in verhouding verkleinen
  11. atmosferisch perspectief